Intermezzo 39
Werkstuk scharniermomenten
In dit intermezzo ga je een werkstuk maken. Het werkstuk gaat over een scharniermoment. Wat dat is en hoe je het moet maken lees je op de volgende tabbladen.
Uitleg 1
Het werkstuk moet gaan over een scharniermoment. Hieronder leggen we uit wat we hier onder verstaan.
Bestaanservaringen
Als je naar een mensenleven kijkt verloopt dat nooit als één vloeiende lijn. Een groot deel van de ervaringen die je opdoet zijn niet zo belangrijk. Ze blijven niet hangen, je herinnert ze niet zo lang. We noemen ze: gewone ervaringen (dit begrip heb je ook al in de eerste klas gehad).
Er zijn ook ervaringen die meer indruk maken. We noemen ze bestaanservaringen. Het zijn ervaringen die soms een keerpunt zijn in je leven. Ze kunnen positief zijn of negatief. Maar de ervaring blijft je lang bij.
Scharniermomenten
Je hebt bestaanservaringen die zomaar komen, op een willekeurig moment. Denk maar aan verliefdheid. Dat is niet voorbehouden aan een bepaalde tijd of leeftijd. Andere bestaanservaringen zijn er op bepaalde momenten in het leven. Het blijkt dat wij allemaal die momenten ervaren als bestaanservaringen. We noemen die momenten scharniermomenten omdat je als het ware de overstap maakt van de ene tijd naar de andere. Je zult straks zien dat je zowel positieve als negatieve bestaanservaringen hebt.
Uitleg 2
Levensbeschouwing
Omdat we die belangrijke momenten allemaal doormaken hebben die een plek in de grotere levensbeschouwingen. Het zijn namelijk momenten waarop jij je meer bewust bent van jouw leven en je dus meer terug geworpen wordt op jouw levensbeschouwing. In alle grote levensbeschouwingen zijn die scharniermomenten dan ook omgeven door rituelen. Die rituelen helpen jou om door die scharniermomenten heen te komen. We noemen ze overgangsrituelen.
Verandering
In alle culturen zijn scharniermomenten. Veel daarvan zijn universeel. Je kunt daarbij denken aan de volgende momenten/ervaringen: geboorte, volwassenwording, huwelijk, dood. Er zijn ook scharniermomenten die meer cultuur- of levensbeschouwing-gebonden zijn, zoals bijvoorbeeld de doop.
Sommige scharniermomenten zijn wat minder uitgesproken dan de ander of zijn in verandering. We noemen er hier twee.
- De eerste is de volwassenwording. In onze cultuur gaat dat niet meer gepaard met initiatieritus die je in sommige culturen ziet (je moet nu een man worden). Bij ons is die meer verbonden aan de puberteit. Een moment wat daarin belangrijk is, is de overgang van basisschool naar de middelbare school. Dat is vaak een moment waarop zowel de ouders als het kind beleven dat er (letterlijk en figuurlijk) een stap wordt gezet. Je bent ineens niet meer dat kleine meisje of die kleine jongen, maar je bent die puber met die grote tas, die grote mond, die nieuwe 'look', die eigen mening.....
- Het tweede scharniermoment dat in ontwikkeling is, is huwelijk. Voor de generatie van jullie grootouders was het heel gewoon om thuis te blijven wonen tot het moment van het huwelijk. Jullie ouders zijn wellicht eerder gaan samenwonen, zijn wellicht niet eens getrouwd. Het scharniermoment is dan veel eerder het moment van uit huis gaan, het moment van eigen woonruimte krijgen.
Opdracht
Kies één van die scharniermomenten en maak een werkstuk.
Je maakt dit werkstuk individueel.
Kijk bij tabblad onderdelen wat er allemaal in moet.
Check vóór je het inlevert of je alle onderdelen hebt. Kijk bij beoordeling. Welk cijfer denk je dat je krijgt?
Onderdelen
Het werkstuk bevat de volgende onderdelen
Onderdeel A: informatie over dit ene scharniermoment
Hiervoor hebben we al de nodige informatie gegeven over scharniermomenten in het algemeen. Zoek informatie die specifiek gaat over jouw scharniermoment, over de zin en doel van dit scharniermoment (Let op: bij onderdeel B ga je pas in op de levensbeschouwing. Hier is het algemeen)
Om je te helpen is hier een website met informatie over overgangsrituelen. Hier nog één. Hier nog één. Je kunt ook zoeken via google op bijvoorbeeld 'rite de passage'.
lengte: 2 A4
Onderdeel B: Grote levensbeschouwingen
Zoek uit hoe de grote levensbeschouwingen dit scharniermoment vieren.
Kies minstens drie levensbeschouwingen uit.
Hoe 'vieren' ze het, waarom op deze manier, welke rol heeft familie/omstanders. Denk ook aan symbolen, rituelen, muziek, eten, dans, geur, kleur.
lengte: 3 A4
Onderdeel C: Evaluatie
Wat heb je van dit werkstuk geleerd?
Welke levenswijsheid wil je aan de mensheid meegeven?
lengte: 1/2 A4
Onderdeel D: Layout enz.
Zorg voor:
- mooie voorkant met je naam er op
- inhoudsopgave met pagina nummer
- pagina nummer op alle blaadjes
- inleiding
- logboek
- bronvermelding.
Beoordeling
onderdeel | matig | op niveau | heel goed |
voorpagina | 1 | 3 | 5 |
inhoudsopgave | 1 | 3 | 5 |
inleiding | 1 | 3 | 5 |
logboek | 1 | 3 | 5 |
onderdeel A | 10 | 22 | 30 |
onderdeel B | 10 | 22 | 30 |
onderdeel C | 5 | 10 | 15 |
Bronvermelding | 1 | 3 | 5 |
Leerkracht