start
doelen
U1
U2
O1
O2
O3
O4
O6
O7
O9
O10

pfx 13 0 01

Pontifex 14: Sport

Level 1: Wat is sport eigenlijk?

 

 

Wie doet er nou niet aan sport? Dus sport is belangrijk. In dit level kijken we naar wat sport is en wat dit met levensbeschouwing te maken heeft. Een belangrijke rol is ook weggelegd voor de video-serie FF moeve. De begrippen die in dit level centraal staan zijn sport en sportiviteit.

 

Doelen

Beste {voornaam}, aan het einde van dit level

  • weet je wat we onder sport verstaan.
  • weet je wat we onder sportiviteit verstaan.
  • weet je welke waarden er bij sport horen.

Begrip: Sport

pfx 13 1 u1 20110701begrip: Sport
Wat is sport eigenlijk? We beginnen met een definitie uit wikipedia: Sporten zijn meestal activiteiten gebaseerd op fysieke beweging gebruikmakend van karakteristieken als kracht, snelheid, behendigheid en denkvermogen. Hieronder volgt een aantal kenmerken:

  • Sport kent vastgestelde regels die bij iedere speler bekend zijn.
  • Er is een competitieaspect. Je kunt hierbij denken aan een confrontatie met andere spelers, of aan een score halen.
  • Sport wordt beoefend voor het plezier of als prestige van een club, stad, land.
  • Sport kan in teamverband of individueel.
  • Je hebt mentale sporten en fysieke sporten.
  • Je kunt sport doen als hobby of als beroep.

Sport en waarden
Sport is belangrijk. Dit is niet alleen vanwege je gezondheid. Bij sporten komen ook allerlei waarden aan de orde. We noemen er hieronder een paar.

  • Respect. Het gaat bij sport dan zowel om respect naar jezelf als naar een ander.
  • Samenwerking. Hoe werk je samen bij sporten?
  • Eigenwaarde. Hoe kijk je naar jezelf bij het sporten? Zit je lekker in je vel?
  • Doorzettingsvermogen. Een doel bereiken bij sport gaat niet vanzelf. Je moet veel trainen, veel oefenen en er veel tijd in steken. Je komt vaak tegenslagen tegen, vanwege een blessure of omdat je een wedstrijd verliest. Kun je tegen je verlies? Hoe ga je om met conflicten?

 

Begrip: Sportiviteit

pfx 13 1 u2 20140608begrip: Sportiviteit
Bij sport kunnen de gemoederen nogal eens hoog oplopen. Niet alleen bij de sporters zelf, maar ook bij het publiek. Denk maar eens aan de voetbalwedstrijd. Zeker als het om een derby gaat dan geeft dat een extra lading. Bij het sporten gaat het dan niet alleen om het winnen maar ook om het leven van de tegenspeler zo zuur mogelijk te maken. Deze manier van sporten heeft weinig meer met sportiviteit te maken. Sportiviteit, of sportief gedrag, wil namelijk zeggen dat jij respect toont voor je tegenstander. Sportief wil ook zeggen dat je je aan de regels houdt en dat je het kunt accepteren dat je verliest. Dat neem je sportief op.

 

>1< Opdracht 1 (R+T+I)

Deze opdracht gaat over tabblad U1

o1 title="R-vragen" class="blue solid" }

R-vragen

  1. Wat verstaan we onder sport?
  2. Welke vier waarden worden er genoemd die met sporten te maken hebben?

o1 title="T-vragen" class="orange solid"}

T-vragen

  1. Geef een voorbeeld bij één van de genoemde kenmerken van sport.
  2. Geef een voorbeeld van een sportmoment waarbij één van de waardes aan bod is gekomen.

o1 title="I-vragen" class="green solid"}

I-vragen

  1. Bedenk zelf nog een waarde die bij sport aan de orde komt.
  2. Waarom deze waarde?

{/tabs-o1}

 

>1< Opdracht 2 (R+T+I)

Deze opdracht gaat over tabblad U2

o2 title='R-vragen" class="blue solid" }

R-vragen

  1. Wat verstaan we onder sportiviteit?
  2. Wat is een derby?
  3. Welke waarde (van tabblad U1) wordt ook genoemd bij sportiviteit?

o2 title="T-vragen" class="orange solid"}

T-vragen

  1. Geef een voorbeeld van een sportevenement waarbij het er niet sportief aan toe ging
  2. Geef een voorbeeld van een sportevenement waarbij het er wel sportief aan toe ging

{/tabs-o2}

 

>4< Opdracht 3 (rTti)

o3 title="start" class="red solid" }

Bij een groepsopdracht heb je altijd iemand nodig die het gesprek leidt. Anders wordt het een chaos en gaat iedereen door elkaar praten.

Benodigdheden: 1 vel A4

  • Spreek met elkaar af wie het gesprek leidt. Schrijf de naam van die persoon op.
  • Ronde 1: Om de beurt schrijft elk lid van de groep de naam van een sport op het A4-papier. Let op: staat de sport al op het papier dan moet je een andere kiezen.
  • Ronde 2: Ga in gesprek met elkaar. Bij elke sport verzinnen jullie voorbeelden van sportiviteit en onsportiviteit. Schrijf ze er bij.
  • Bespreek met elkaar hoe deze groepsopdracht is gegaan. Hoe heeft iedereen gewerkt? Wat ging goed, wat kan beter?

o3 title="Mavo" class="blue solid"}

Vragen mavo

  1. Neem de antwoorden over.
  2. Geef aan welke je het beste voorbeeld vindt van sportiviteit.
  3. Geef aan welke je het beste voorbeeld vindt van onsportiviteit.

o3 title="Havo" class="orange solid"}

Vragen havo

  1. Neem de antwoorden over.
  2. Geef aan welke je het beste voorbeeld vindt van sportiviteit.
  3. Geef aan welke je het beste voorbeeld vindt van onsportiviteit.
  4. Leg uit waarom je bij B) voor dit antwoord hebt gekozen.
  5. Leg uit waarom je bij C) voor dit antwoord hebt gekozen.

o3 title="Vwo" class="green solid"}

Vragen vwo

  1. Neem de antwoorden over.
  2. Geef aan welke je het beste voorbeeld vindt van sportiviteit.
  3. Geef aan welke je het beste voorbeeld vindt van onsportiviteit.
  4. Leg uit waarom je bij B) voor dit antwoord hebt gekozen.
  5. Leg uit waarom je bij C) voor dit antwoord hebt gekozen.
  6. Bij tabblad U1 is een aantal kenmerken genoemd voor sport.
    Bedenk nu een aantal (minimaal 2) kenmerken voor sportiviteit. Maak gebruik van de antwoorden die je bij deze opdracht (3) hebt verzameld.
  7. Bedenk ook een aantal kenmerken (minimaal 2) van onsportiviteit.

{/tabs-o3}

 

>1< Opdracht 4 (rTti)

o4 title="start" class="red solid" }

Dit is een foto opdracht.

Klik op de foto om hem groter te zien

pfx 13 1 o4 20140805

o4 title="Mavo" class="blue solid"}

Vragen mavo

  1. Beschrijf in minimaal 10 woorden wat je ziet op de foto.
  2. Wat valt je op?

o4 title="Havo" class="orange solid"}

Vragen havo

  1. Beschrijf in minimaal 10 woorden wat je ziet op de foto.
  2. Wat valt je op?
  3. Heeft deze foto te maken met sport? ja/nee, leg uit.
  4. Heeft deze foto te maken met (on-)sportiviteit? ja/nee, leg uit.

o4 title="Vwo" class="green solid"}

Vragen vwo

  1. Beschrijf in minimaal 10 woorden wat je ziet op de foto.
  2. Wat valt je op?
  3. Heeft deze foto te maken met sport? ja/nee, leg uit.
  4. Heeft deze foto te maken met (on-)sportiviteit? ja/nee, leg uit.
  5. Op deze foto zie je een voorbeeld van een teamsport.
    Leg uit dat sportiviteit en onsportiviteit mede afhangt van of de sport een teamsport is of een individuele sport.
  6. Geef een voorbeeld van sportiviteit bij een individuele sport.
  7. Geef een voorbeeld van onsportiviteit bij een individuele sport.

{/tabs-o4}

 

>1< Opdracht 6 (rTti)

 

o6 title="start" class="red solid" }

Sport neemt een belangrijke plek in in onze samenleving. Elke week staat het nieuws bol van van sportevenementen. Bij deze opdracht ga je op zoek naar recente sportevenenten. Deze koppel je aan de begrippen sport en sportiviteit.

o6 title="Mavo" class="blue solid" }

Vragen mavo

  1. Zoek op internet naar een mondiale sportactiviteit van deze week die veel publiciteit heeft gekregen. (mondiaal = voor de hele wereld) Beschrijf deze activiteit in minimaal 15 woorden.
  2. Welke kenmerken van sport (zie tabblad U1) zijn bij dit evenement van toepassing?
  3. Welke waarden rond sport (zie tabblad U2) zijn bij dit evenement van toepassing?
  4. Zoek nu op internet naar een regionale of landelijke sportactiviteit van deze week die veel publiciteit heeft gekregen. Beschrijf deze activiteit in minimaal 15 woorden.
  5. Welke kenmerken van sport (zie tabblad U1) zijn bij dit evenement van toepassing?
  6. Welke waarden rond sport (zie tabblad U2) zijn bij dit evenement van toepassing?

o6 title="Havo" class="orange solid" }

Vragen havo

  1. Zoek op internet naar een mondiale sportactiviteit van deze week die veel publiciteit heeft gekregen. (mondiaal = voor de hele wereld) Beschrijf deze activiteit in minimaal 15 woorden.
  2. Welke kenmerken van sport (zie tabblad U1) zijn bij dit evenement van toepassing?
  3. Verlkaar je antwoord.
  4. Welke waarden rond sport (zie tabblad U2) zijn bij dit evenement van toepassing?
  5. Verklaar je antwoord.
  6. Zoek nu op internet naar een regionale of landelijke sportactiviteit van deze week die veel publiciteit heeft gekregen. Beschrijf deze activiteit in minimaal 15 woorden.
  7. Welke kenmerken van sport (zie tabblad U1) zijn bij dit evenement van toepassing?
  8. Verklaar je antwoord.
  9. Welke waarden rond sport (zie tabblad U2) zijn bij dit evenement van toepassing?
  10. Verklaar je antwoord.

o6 title="Vwo" class="green solid" }

Vragen vwo

  1. Zoek op internet naar een mondiale sportactiviteit van deze week die veel publiciteit heeft gekregen. Beschrijf deze activiteit in minimaal 15 woorden.
  2. Waarom, denk je krijgt deze sportacitiveit zoveel publiciteit?
  3. Welke kenmerken van sport (zie tabblad U1) zijn bij dit evenement van toepassing?
  4. Verlkaar je antwoord.
  5. Welke waarden rond sport (zie tabblad U2) zijn bij dit evenement van toepassing?
  6. Verklaar je antwoord.
  7. Zoek nu op internet naar een regionale of landelijke sportactiviteit van deze week die veel publiciteit heeft gekregen. Beschrijf deze activiteit in minimaal 15 woorden.
  8. Waarom, denk je krijgt deze sportacitiveit zoveel publiciteit?
  9. Welke kenmerken van sport (zie tabblad U1) zijn bij dit evenement van toepassing?
  10. Verklaar je antwoord.
  11. Welke waarden rond sport (zie tabblad U2) zijn bij dit evenement van toepassing?
  12. Verklaar je antwoord.

{/tabs-o6}

 

>2< Opdracht 7 (rTti)

 

Mindmaphttps://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/2/25/Mindmap_2.jpg

Maak met je tafelgroep een mindmap over sport

  • Zet op een leeg vel in het midden: "sport".
  • Trek een cirkel een lijnen (zie afbeelding hiernaast)
  • Persoon 1 vult op een lijn iets in.
  • Dan komt persoon 2, dan persoon 3
  • Maak minimaal twee rondjes.

 

Vragen

  1. Neem de mindmap over. Je kunt er ook een foto van schieten met je smartphone.

 

>1< Opdracht 9 (rTti)

o9 title="start" class="red solid" }

Op tabblad U1 hebben we een aantal waarden genoemd die samenhangen met sport. Bij deze opdracht ga je daar mee verder.

Respect

samenwerking

Eigenwaarde

Doorzettingsvermogen

o9 title="Mavo" class="blue solid" }

Vragen mavo

  1. Neem de tabel over of maak hem opnieuw.
  2. Geef bij elke waarde een voorbeeld van jezelf.
    Tip: stel jezelf de vraag: bij welke sportgebeurtenis had ik met respect te maken?
    Zit je niet op een sport, denk dan aan momenten tijdens de gymles.

o9 title="Havo" class="orange solid" }

vragen havo

Doe eerst de mavo-opdrachten. Doe dan de opdrachten hieronder.

  1. Welke van de antwoorden vond je het gemakkelijkste om in te vullen?
  2. Welke van de antwoorden vond je het moeilijkste om in te vullen?

o9 title="Vwo" class="green solid" }

Vragen vwo

Doe eerst de mavo- en havo-opdrachten. Doe dan de opdrachten hieronder.

  1. Verklaar je antwoorden die je bij de havo-opdrachten hebt gegeven.

{/tabs-o9}

 

>1< Opdracht 10 (rttI)

 

 

o10 title="start" class="red solid" }

Hieronder zie je een aantal links staan. Daarmee kom jij bij een keuzeprogramma die je helpt te kiezen voor een bepaalde sport. Afhankelijk van wat jouw verwachtingen zijn rond sport en jouw kwaliteiten, komt het programma tot een bepaald advies, welke sport het beste bij jou past.

http://www.alle-tests.nl/quiz30/quiz/1454887685/Welke-sport-past-bij-mij

http://rubriek.nl/fitness/welke_sport_past_bij_mij_quiz.php

 http://www.sportpas.nl/sportkeuzewijzer/

o10 title="Mavo" class="blue solid"}

  1. Klik op één van de drie links en kies een sport
  2. Wat valt jou op aan het advies dat de website jou uiteindelijk geeft?

o10 title="Havo" class="orange solid"}

  1. Klik op één van de drie links en kies een sport
  2. Wat valt jou op aan het advies dat de website jou uiteindelijk geeft?
  3. Waarom denk je dat de site tot déze keuze komt?

o10 title="Vwo" class="green solid"}

  1. Klik op één van de drie links en kies een sport
  2. Wat valt jou op aan het advies dat de website jou uiteindelijk geeft?
  3. Waarom denk je dat de site tot déze keuze komt? Welk criterium heeft daarbij, denk je, zwaar gewogen?
  4. Welk criterium zou jij het meeste gewicht geven?

 

{tabs title="Dt" class="red solid"}

 

D
Z

{snippet bonuspunten}

{tip EUEWBTGL}PP-bonuspunten {/tip}

didactische aanwijzingen

 

 

Antwoorden O1

R-vragen

  1. Sporten zijn meestal activiteiten gebaseerd op fysieke beweging gebruikmakend van karakteristieken als kracht, snelheid, behendigheid en denkvermogen.
  2. Respect, samenwerking, eigenwaarde, doorzettingsvermogen.

 

Antwoorden O2

R-vragen

  1. Je houdt je aan de regels en toont respect voor je tegenstander.
  2. Een wedstrijd tegen een tegenstander uit een naburige stad of dorp.
  3. respect.

 

Opdracht 3

verzamel de antwoorden op bord of op padlet.com

Kies je voor padlet, zet dan hieronder de url heen waar leerlingen heen moeten gaan

{snippet level-invulruimte}

 

Zijstromen

{zijstroom-koptekst}

zijstroom title="start" class="red solid" }

{text}

zijstroom title="verhaal" class="blue solid" }

zijstroom title="Bijzondere dag" class="orange solid" }

zijstroom title="foto" class="red solid" }

zijstroom title="wwpray" class="grey solid" }

zijstroom title="video" class="orange solid" }

zijstroom title="game" class="red solid" }

zijstroom title="vraag" class="grey solid" }

 

{/tabs-zijstroom}