start
doelen
U1
U2
O1
O2
O3

pfx 12 0 01

Pontifex 13: Thuis

Level 3: Wat is het jodendom?

 

Dit hoofdstuk gaat over je thuis voelen. Waar voel jij je thuis. Zoals je hebt kunnen zien kijken we speciaal naar het jodendom. Vandaar dat we in dit level de volgende begrippen behandelen: jodendom, Abraham en Mozes. Daarnaast gaat het bij level drie altijd over het begrip waardegemeenschap.

 

Doelen

Beste leerling, aan het einde van dit level

  • weet je in grote lijnen de geschiedenis van het jodendom.
  • weet je wie Abraham is.
  • weet je wie Mozes is.

Begrip: Jodendom en Abraham

http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/4/4f/Rembrandt_Harmensz._van_Rijn_035.jpgontstaan
Joden kom je tegenwoordig overal op de wereld tegen. Veel joden wonen in Israël. De meeste joden wonen in de Verenigde Staten. Ook in Nederland wonen joden, zo'n 50.000. In de binnenstad van Arnhem staat een synagoge waar wekelijks joden bij elkaar komen. Maar de bakermat van het jodendom ligt in het Midden Oosten. Daar is zo'n 4.000 jaar geleden het jodendom ontstaan. Het is daarmee een van de oudste wereldreligies. Maar hoe is het nou onstaan. We gaan terug in de tijd, naar de geschiedenis van Abraham.

Aartsvader (en moeder)
Abraham en Sara zijn de eerste belangrijke personen in de geschiedenis van het jodendom. Abraham leefde met zijn vrouw Sara in het vruchtbare gedeelte van Mesopotamië (twee-stromenland). We kennen het gebied nu als Irak. Hij leefde daar als herder met zijn familie temidden van allerlei andere families en stammen met hun eigen geloof. Ook Abraham had zijn eigen geloof, het geloof in JHWH. Het grote verschil met de andere geloven was dat Abraham maar in één god geloofde en de anderen in meerdere goden.

Offerfeest
Abraham hoopte lang op een zoon, maar zijn vrouw Sara leek onvruchtbaar. Abraham bad zijn God voor een zoon, hij zou hem als dank offeren. En zie, op oude leeftijd kregen zij een zoon Isaac. Toen Abraham deze wilde offeren zei JHWH dat dit niet hoefde. Hij had gezien hoe trouw Abraham was en zei dat hij een schaap moest offeren. Dit verhaal is ook bekend als het offerfeest.
De stam van Abraham werd groter en groter. Het land kende voorspoed en tegenslag. Er was vrede en er waren oorlogen. Tijdens één van die oorlogen werd het volk verbannen naar Egypte.

Begrip: Mozes

http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/4/4a/Rembrandt_Harmensz._van_Rijn_079.jpgBiezen mandje
De tweede persoon die belangrijk is in de geschiedenis van het jodendom is Mozes. Mozes groeide op in Egypte aan het hof van de farao, de leider van het land. Hoe hij bij die farao gekomen is, dat staat beschreven in het prachtige verhaal over het biezen mandje.

Ballingschap
Het joodse volk leefde als slaven in Egypte. Ze waren daar in ballingschap. Ze waren gevangen genomen in hun eigen land en mee genomen als slaven naar Egypte. De joden waren niet tevreden over hun situatie. Ze morden en wilden weg. Maar de farao liet hen niet gaan. Mozes werd hun leider en onderhandelde met de Farao. Er waren 10 plagen voor nodig om de farao over te halen. Uiteindelijk trekt Mozes weg met zijn volk. Dan bedenkt de farao zich. Bij de Rietzee uitgekomen lijkt de situatie uitzichtloos voor Mozes en zijn volk. Maar het water blijft als twee kolommen staan waardoor zij door de zee kunnen gaan. Achter hen sluit het water zich weer waardoor de farao en zijn leger verdrinken.

De tien geboden
Veertig jaar lang zwerven Mozes en zijn volk door de woestijn. Onderweg ontmoet Mozes zijn God op de berg Sinaï. Hij hoort daar de tien geboden, die hij opschrijft op twee grote stenen. Deze tien geboden zijn een richtingwijzer hoe je moet leven. We gebruiken ze nu nog. Na veertig jaar komen ze aan in het beloofde land.

Profeten
Door de hele geschiedenis van het joodse volk zijn er steeds profeten geweest. Een profeet is iemand die het volk oproept om trouw te blijven aan zijn god. Hij heeft een goede band met God en wijst de anderen er op dit ook te hebben. Vaak zijn de mensen meer met zich zelf bezig en hun bezit dan met hun god. Een profeet helpt hun weer op de goede weg.

>1< Opdracht 1 (Rtti)

Deze opdracht gaat over tabblad U1

 

  1. Hoeveel joden wonen er nu ongeveer in Nederland?
  2. In welk deel van de wereld is het jodendom onstaan?
  3. Wanneer is het joodse geloof ontstaan?
  4. Hoe heet de vrouw van Abraham?
  5. Hoe heette het land toen waar hij woonde?
  6. Hoe heet dat land nu?
  7. Wat was het beroep van Abraham?
  8. Hoe heet de God van Abraham?
  9. Wat is het belangrijkste verschil tussen de godenwereld van Abraham en die van de omliggende volkeren?
  10. Hoe heet de zoon van Abraham en Sara?
  11. Hoe heet het belangrijke feest dat met die zoon te maken heeft?

 

>1< Opdracht 2 (Rtti)

Deze opdracht gaat over tabblad U2

 

  1. Hoe heet de tweede belangrijke persoon uit de geschiedenis van het jodendom?
  2. Waar en bij wie is hij opgegroeid?
  3. Wat is een farao?
  4. Hoeveel plagen waren er nodig voordat het joodse volk weg mocht van de farao?
  5. Waardoor kon het joodse volk wel door de Rietzee en de farao met zijn leger niet?
  6. Hoelang zwerft het joodse volk door de woestijn?
  7. Hoe heet de berg waarop Mozes zijn God ontmoet?
  8. Wat kreeg Mozes te horen van zijn God?

 

>4< Opdracht 3 (rTti)

http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/3/32/Decalogue_parchment_by_Jekuthiel_Sofer_1768.jpgo3 title="start" class="red solid" }

Bij een groepsopdracht heb je altijd iemand nodig die het gesprek leidt. Anders wordt het een chaos en gaat iedereen door elkaar praten.

  1. Spreek met elkaar af wie het gesprek leidt. Schrijf de naam van die persoon op.
  2. Op tabblad U2 is sprake van de 10 geboden. Zoek op via internet welke die zijn. Kopieer de tekst.
  3. Bespreek met elkaar: welke van de tien geboden vinden we het belangrijkst? Waarom?
  4. Waarom denken jullie zijn de 10 geboden gemaakt? Welke redenen zouden er kunnen zijn?
  5. Bespreek met elkaar: als we dat belangrijkste gebod vertalen naar nu, naar onze tijd, Wat betekent dat dan voor jezelf en jer omgeving? Schrijf jullie antwoord op het bord.
  6. Bespreek met elkaar hoe deze groepsopdracht is gegaan. Hoe heeft iedereen gewerkt? Wat ging goed, wat kan beter?

o3 title="Mavo" class="blue solid"}

  1. Welke van de 10 geboden vind je zelf het belangrijkste?
  2. Waarom?

 

 

O5

>1< Opdracht 5 (Rtti)

o5 title="verhaal" class="orange solid" }

bilderberg 250-56

http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/c/cf/Razzia_in_een_getto_%28detail%29.jpgSpreekbeurt

 

Het is erg druk in de klas. Iedereen zit met elkaar te praten. De vragen vliegen in het rond. "Wat ga jij straks vertellen?" "Heb jij nog mooie plaatjes in jouw powerpoint over Anne Frank?" "Mag ik jouw blaadjes lenen, jij hebt zo veel informatie". Meneer Hoefsloot hoort het even aan. Dan maant hij de klas tot stilte. "Heel goed om te zien dat jullie zo druk zijn met de spreekbeurt. Het is ook belangrijk." Pieter steekt zijn vinger op. "Meneer, mogen Brian en ik eerst." Meneer Hoefsloot denkt even na. "Wat is jullie belangrijkste onderwerp in de spreekbeurt? " Pieter overlegt even met Brian. "Wij hebben het vooral over de tijd van Anne Frank in het Achterhuis. Dat ze helemaal niet vrij was." "Prima", zegt meneer Hoefsloot. "Dan mogen jullie eerst."

Op de powerpoint verschijnt een foto van een klein jongetje. Je ziet dat hij bang is. Brian schraapt zijn keel. "In de Tweede Wereldoorlog was het in Amsterdam heel gevaarlijk voor joden. De Duitse soldaten joegen achter hen aan. Als ze niet zaten onder gedoken konden ze zo worden opgepakt." Brian knikt naar Pieter. Er moet een nieuwe dia komen. Daarop is de boekenkast van het Achterhuis te zien. Pieter pakt zijn blaadje en leest voor: "Ook Anne Frank en haar familie moesten onderduiken. Het was niet veilig voor hen. Ze zaten verstopt in het Achterhuis, een geheim huis achter de boekenkast."

Brian en Pieter vertellen om de beurt. Ze hebben het goed voorbereid. De rest van de klas luistert ademloos.

Als de spreekbeurt is afgelopen krijgen ze een welverdiend applaus.

 

o5 title="vragen" class="blue solid"}

  1. Waarom is de klas zo druk?
  2. Wat is het belangrijkste onderwerp in de spreekbeurt van Pieter en Brian?
  3. Hoe was de situatie voor joden in Amsterdam in de Tweede Wereldoorlog?
  4. Welke foto was te zien op de tweede dia van de powerpoint?

 

O6

>1< Opdracht 6 (rTti)

o6 title="start" class="red solid" }

Bij deze opdracht maak je gebruik van internet. Je gaat informatie zoeken over de geschiedenis en belangrijke personen van het jodendom.

--> Klik hier om naar de site toe te gaan van samsam.net. Gebruik deze pagina om de vragen te beantwoorden.

o6 title="Mavo" class="blue solid"}

  1. Met welke persoon begon de geschiedenis van het jodendom?
  2. Hoe heet zijn zoon?
  3. Hoe heet zijn kleinzoon?
  4. En hoe heet de achterkleinzoon?
  5. Welke leider van het joodse volk komt na deze mensen in beeld?
  6. In welke stad werd de tempel gebouwd?
  7. Wanneer werd de tweede tempel verwoest?
  8. Wanneer bereikten de eerste joden Zuid- en Noord-Amerika?
  9. Hoeveel joden werden in de Tweede Wereldoorlog vermoord?
  10. In welk jaar werd de staat Israël gesticht?

o6 title="Havo" class="orange solid"}

Doe eerst de mavo-opdrachten. Doe dan de opdrachten hieronder.

  1. Maak een stamboom van alle personen die voorbij komen. Een stamboom is een lijn waarop alle namen staan. Hij begint bij de eerste (oudste) bekende persoon. Dan de zoon, dan daar weer de zoon van. Jouw stamboom bestaat uit vier generaties.

 

 

O8

>1< Opdracht 8 (Rtti)

o8  title="verhaal" class="orange solid" }

bilderberg 250-56

Ballingschap

http://farm9.staticflickr.com/8144/7140263725_39e9bd7af1_z.jpgDe les levensbeschouwing is voor een groot gedeelte gevuld met de spreekbeurten. De leerlingen hebben zich allemaal goed voorbereid. De powerpoints zijn rijk voorzien van foto's en er is een hoop informatie. Allerlei facetten uit het leven van Anne Frank komen aan de orde.
Het laatste deel van de les is nog een stukje uitleg door meneer Hoefsloot.

"In één van de vorige lessen heb ik jullie uitgelegd over de periode van de ballingschap bij de joden. Wat weten jullie daar nog van?" Fatima denkt even na en steekt dan haar vinger op. "Dat was in Egypte", zegt ze. "Goed zo," zegt meneer Hoefsloot. Ook Martijn steekt zijn vinger op. "Was dat niet met Mozes?" Meneer Hoefsloot knikt goedkeurend en vraagt dan: "Wie weet nog wat ballingschap is?" Dat weet Brian: "Dat is dat je onderdrukt wordt. Je mag niks." "Inderdaad," zegt meneer Hoefsloot. "De joden leefden in Egypte als slaven. Ze mochten verder niks. Niet eens jood zijn, niet eens hun eigen geloof behouden."

Pieter zit al een tijdje bedenkelijk voor zich uit te kijken. Dan steekt hij een vinger op. "Is de situatie van Anne Frank eigenlijk ook niet een ballingschap?" Meneer Hoefsloot kijkt hem verbaasd aan. "Wat een goede vraag." Hij kijkt de klas rond. "Wat denken jullie? "

 

o8 title="vragen" class="blue solid"}

  1. Wat is er in het laatste deel van de les aan de orde?
  2. Welke leerling geeft als eerste antwoord?
  3. Wat antwoordt Brian op de vraag over ballingschap?
  4. Welke 'rol' hadden de joden in Egypte?

 

O9

>1< Opdracht 9 (rTti)

o9 title="start" class="red solid" }

Deze vraag gaat over het verhaal dat je bij tabblad O8 vindt.

Pieter vraagt of de situatie van Anne Frank eigenlijk ook niet een ballingschap is. Lees op tabblad U2 nog eens na wat de ballingschap inhield voor de joden.

o9 title="Mavo" class="blue solid"}

De stelling van Pieter luidt dus eigenlijk: de situatie van Anne Frank is te vergelijken met die van joden tijdens de ballingschap.

  1. Bedenk minimaal twee argumenten waarbij je vóór deze stelling bent.
  2. Bedenk minimaal twee argumenten waarbij je tégen deze stelling bent.

 

o9 title="Havo" class="orange solid"}

Doe eerst de mavo-opdrachten. Doe dan de opdrachten hieronder.

  1. Geef nu aan of je het eens bent of oneens met Pieter.
  2. Wat geeft voor jou de doorslag?

o9 title="Vwo" class="green solid"}

Doe eerst de mavo- en havo-opdrachten. Doe dan de opdrachten hieronder.

  1. Wat denk je dat Fatima van de opmerking van Pieter vindt?
  2. Waarom?

 

 

O10

>1< Opdracht 10 (rttI)

o10 title="start" class="red solid" }

In de uitleg is sprake van het offerfeest. Dit feest kennen we ook uit de islamitische traditie. Gaat het bij het joodse verhaal om Abraham, in de islam is dit een vergelijkbaar persoon.

o10 title="Mavo" class="blue solid"}

Zoek op internet op wat het verhaal is bij het islamitische offerfeest. Vertel het in eigen woorden (minimaal 25 woorden)

o10 title="Havo" class="orange solid"}

Doe eerst de mavo-opdrachten. Doe dan de opdrachten hieronder.

Vergelijk dit met het joodse offerfeest. Wat zijn de verschillen in het verhaal?

O11

>1< Opdracht 11 (rttI)

o11 title="start" class="red solid" }

In tabblab zijstromen kan je onder video kijken naar een tv programma over de Nederlandse cultuur  en waardegemeenschappen.

Een waardegemeenschap is een groep mensen die met elkaar ervaringen deelt over wat zij belangrijk vinden in het leven en zich verbonden weet aan elkaar

o11 title="Mavo" class="blue solid"}

KIJKVRAGEN

  1. Zet de juiste begrippen bij de beschrijvingen. Je kunt kiezen uit:

multiculturele samenleving – etnische subcultuur – nationale identiteit –

socialisatie – cultuur

  1. Door erfelijke factoren heb je bepaalde uiterlijke kenmerken. =
  2. Levenswijze van een groep mensen of een land die bestaat uit tradities,gewoontes en omgangsvormen. (2x) = OF =
  3. Verschillende etnische groepen leven met elkaar samen. =
  4. Overbrengen van normen en waarden. =
  1. Het spreken van de Nederlandse taal is een kenmerk van de dominante cultuur in Nederland. Noem nog minimaal twee andere kenmerken.

3a. Cabaretier Roué Verveer vertelt wat hij verrassend vond aan de Nederlandse cultuur toen hij hier aankwam. Noem twee dingen waar Roué verbaasd over was.

  1. Verzin zelf nog één voorbeeld van iets typisch Nederlands waar buitenlanders zich over verbazen.

o11 title="Havo" class="orange solid"}

Doe eerst de mavo-opdrachten. Doe dan de opdrachten hieronder.

Subculturen hebben andere kenmerken dan de dominante cultuur en gelden alleen voor een kleinere groep mensen. Schrijf op bij welke subculturen je zelf hoort.

b. Is het belangrijk voor jou om bij een cultuur of een subcultuur te horen? Licht je antwoord toe.

c. Bekijk de site www.exactitudes.com . Wat wil de fotograaf met deze foto’s duidelijk maken?

 

{tabs title="Dt" class="red solid"}

 

D
Z

 

Hebben de leerlingen goed gewerkt dan kun je ze bonuspunten geven.

 {tip YZ7MAY4Q}PP-bonuspunten{/tip}

 

opdracht 1

Antwoorden

  1. Hoeveel joden wonen er nu ongeveer in Nederland? 50.000
  2. In welk deel van de wereld in het jodendom onstaan? Midden Oosten
  3. Wanneer is het joodse geloof ontstaan? 4.000 jaar geleden
  4. Hoe heet de vrouw van Abraham? Sara
  5. Hoe heette het land toen waar hij woonde? Mesopotamië
  6. Hoe heet dat land nu? Irak
  7. Wat was het beroep van Abraham? Herder
  8. Hoe heet de God van Abraham? JHWH
  9. Wat is het belangrijkste verschil tussen de godenwereld van Abraham en die van de omliggende volkeren? één god
  10. Hoe heet de zoon van Abraham en Sara? Isaac of Isaak
  11. Hoe heet het belangrijke feest dat met die zoon te maken heeft? Offerfeest

 

opdracht 2

Antwoorden

  1. Mozes
  2. Aan het hof van de Farao in Egypte
  3. de leider van het egyptische volk
  4. 10
  5. water bleef in twee kolommen staan
  6. 40 jaar
  7. Sinaï
  8. 10 geboden

 

Opdracht 5

  1. spreekbeurten
  2. de tijd van onderdrukking in Amsterdam
  3. Moesten onderduiken anders zouden ze gevangen worden genomen.
  4. Boekenkast

 

opdracht 6

Antwoorden

  1. Abraham
  2. Isaak
  3. Jakob
  4. Jozef
  5. Mozes
  6. Jeruzalem
  7. 70 na Christus
  8. 17e eeuw
  9. 6 miljoen
  10. 1948

 

opdracht 8

  1. Uitleg van meneer Hoefsloot
  2. Fatima
  3. Ze mochten niks.
  4. slaven

 

Zijstromen

{zijstroom-koptekst}

zijstroom title="start" class="red solid" }

{text}

zijstroom title="verhaal" class="blue solid" }

zijstroom title="Bijzondere dag" class="orange solid" }

zijstroom title="wwpray" class="grey solid" }

zijstroom title="video" class="orange solid" }

https://schooltv.nl/video/focus-op-de-maatschappij-de-nederlandse-cultuur/#q=waarde%20gemeenschap

zijstroom title="handig" class="green solid" }

Stamboom

pfx 12 3 z handig 1Een stamboom is een overzicht van je (vaak al overleden) voorouders. Je weet dan wie je grootouders zijn en je overgrootouders. Je weet wanneer ze leefden en waar. Je weet wellicht ook wat hun levensbeschouwing was.

Neem een vel A4. Maak daarop een stamboom van je familie. Zet hun namen erop, zo mogelijk een foto. Zet er ook op wat hun levensbeschouwing was. Vraag het na aan je ouders of je grootouders als zij nog leven.

Hiernaast zie je een stamboom van de vader van de maker van deze site. Wat je er niet op ziet is de levensbeschouwing van deze personen. Deze was bij allen Rooms-Katholiek.

zijstroom title="vraag" class="grey solid" }

{/tabs-zijstroom}

 

 

wwpray

Op de wereld zijn er heel veel gebeden. Van verschillende soorten mensen, van verschillende levensbeschouwingen.
Hieronder zie je er eentje van.

Aan de rand van de Kalahari

Zimbabwe

Lees meer …

zo zo, fie fie

Filosofische oefeningen met de pen

Het hele leven zit vol met vragen.
Ze zijn lang niet altijd gemakkelijk om te beantwoorden. Maar wel leuk.
Wat dacht je van de volgende:

Krijg het heen en weer

Lees meer …

in beeld

Muziek en levensbeschouwing horen bij elkaar. Daar zijn heel wat voorbeelden van. Die hebben we hier voor jou verzameld.
Wat vind je van degene die hieronder staat?

Sunday bloody sunday

U2 

Lees meer …

Dichtbij

Kruip in een gedicht
Laaf je aan de woorden

We hebben de volgende voor je klaar staan:

Voor de bij bijeengebracht

Een bijdehand gedicht

Lees meer …

kwartet

Opdrachten die je met groepjes van maximaal 4 leerlingen kunt doen.

Tafelvoetbal

Hoelang kunnen jullie de propjes op de tafel houden?

Lees meer …

klasbak

Klassikale opdrachten die je als energizer kunt inzetten.

puzzelmania

Lukt het jullie de puzzels tot een goed einde te brengen?

Lees meer …