HET SCHEPPINGSVERHAAL VAN DE YORUBA

In het begin was er alleen maar de hemel en het water en deze werden geregeerd door de machtige Orisha, de raad van de goden.

Olorun heerste over de hemel boven de aarde en Olokun was heerser over alles wat er zich in het water op de aarde bevond.

Op een dag besloot een van de goden, genaamd Obatala, om het land droog te maken.

Hij vroeg om toestemming aan Olorun en liet zich adviseren door Orunmila, de meest wijze god van de Orisha.

“Je zult verschillende dingen nodig hebben: een gouden ketting, een slakkenhuis dat met zand gevuld is, een witte kip, een zwarte kat en een palmnoot,” zei Orunmila.

Nadat hij al deze dingen in een zak had gestopt, ging Obatala naar een hoek van de hemel en hing de gouden ketting naar beneden.

En hij liet zich afzakken, afzakken, afzakken.

Hij bleef verder afzakken… en uiteindelijk bereikte hij het einde van de ketting.

Obatala goot zand uit het slakkenhuis op de nevel eronder en hij liet de kip vrij.

De kip kwam terecht in het zand en begon onmiddellijk te scharrelen. Het zand verspreidde zich hierdoor naar alle kanten.

Uit het zand ontstonden al gauw bergen en valleien

Obatala plantte de palmnoot ... en niet lang hierna was er een bos van palmbomen ontstaan!

Obatala was erg tevreden over zijn werk. Hij noemde het land Ife en samen met de kat vestigde hij zich op zijn nieuwe land.

Maar na enkele maanden begon Obatala zich te vervelen.

Hij nam klei en begon daaruit menselijke figuren te maken. Terwijl hij werkte dronk hij palmwijn.

Obatala bleef wijn drinken, kom na kom, en hij ging door met het maken van figuren.

Toen hij klaar was, vroeg hij Olorun om de mensen van klei tot leven te wekken.

De volgende dag zag hij zijn levende, ademende schepsels en hij realiseerde zich ineens dat ze allemaal misvormd en lelijk waren!

Obatala schrok en hij zwoer om nooit meer te drinken. Hij ging opnieuw aan de slag en nu maakte hij nieuwe, perfecte wezens. Zodra Olorun ze tot leven had gewekt, begonnen ze huizen en steden te bouwen.

Obatala werd de schutspatroon van de mensheid en meer in het bijzonder van de mismaakten. De goden van de Orisha waren erg tevreden met zijn werk.

Alleen Olokun, de heerser over de zee, vond het niets. Hij was namelijk niet om raad gevraagd over het maken van de aarde en de mensheid.

Hij was zo boos dat hij een grote overstroming veroorzaakte. Hierdoor werden bijna alle mensen weggevaagd die Obatala gemaakt had.

Vanaf het moment dat het water zich weer had teruggetrokken was iedereen bang voor het water.

Opdracht keuze

Kies hieronder uit één van de opdrachten die je gaat maken. Je hebt hier een paar minuten voor.

1. Tekening: Maak een tekening die past bij dit scheppingsverhaal.
2. Afbeelding: Zoek een afbeelding op internet die past bij dit scheppingsverhaal. Je vindt er vaak heel veel. Leg uit waarom je voor deze foto hebt gekozen.
3. Personage: In het scheppingsverhaal komen verschillende personages voor. Welke zou jij willen zijn? Kies er één. Waarom zou jij dit willen zijn? Wat zou je gaan doen als jij dat personage bent?