start
doelen
U1
U2
O1
O2
O3
O4
B1
O5
O6
O7
B2
O8
O9
O10
D
Z

pfx 11 0 01

Pontifex 12: Feest

Level 3: Samen op weg naar het licht

 

Het is herfst. De dagen worden korter, de nachten steeds langer. De feesten die de mensen in deze donker wordende dagen vieren hebben te maken met licht. We zullen enkele lichtfeesten zien.

De begrippen die in dit level centraal staan zijn: lichtfeest, advent, chanoeka en waardegemeenschap.

Doelen

Beste {voornaam}, aan het einde van dit level:

  • weet je wat we onder het begrip lichtfeest verstaan.
  • weet je wat het feest advent inhoudt.
  • weet je wat het feest chanoeka inhoudt.
  • weet je waarom deze feesten in de herfst worden gevierd.
  • Weet je welke waardegemeenschap hierbij hoort.

Begrip: Lichtfeesten

Korte dagen
In onze verstedelijkte samenleving kun je je nauwelijks voorstellen dat de natuur bepalend zou zijn voor ons leven. We hebben wel seizoenen maar ze bepalen niet onze manier van leven. Vroeger was dat wel zo. Mensen waren veel meer afhankelijk van seizoenen. Als in het najaar de oogst binnen was begon de tijd van de donkere dagen. De dagen werden korter en de nachten langer. Mensen ondergingen dit en verlangden naar het licht. Vandaar dat er in allerlei levensbeschouwingen feesten zijn die oproepen naar het licht. In die feesten speelt licht een belangrijke rol. Vandaar dat we het lichtfeesten noemen.

Hoewel we dus niet meer zo afhankelijk zijn van de seizoenen vind je in veel huizen in het najaar die lichtjes terug. Mensen steken kaarsen aan omdat dat een warm gevoel geeft, omdat het een lichtje in het duister is, of omdat ze er een religieus gevoel bij hebben. Op het volgende tabblad vind je twee voorbeelden van lichtfeesten.

Definitie
Een lichtfeest is een feest dat in het najaar wordt gevierd en waarin het verlangen naar het nieuwe licht een belangrijke rol speelt.

Begrip: Advent + chanoeka

https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/b/b5/Adventskranz-1.Advent.jpgAdvent
Het eerste feest dat we hier bespreken is een feest dat wel vier weken duurt. Het is de advent of {tip Opdracht A::Hoe lang duurt de advent?}adventsperiode{/tip}. Het is voor christenen de periode van vier weken die vooraf gaat aan kerstmis, het geboortefeest van Jezus Christus. Het begrip advent komt uit het {tip Opdracht B::Wat is de betekenis van het latijnse woord advent?}latijn{/tip} en betekent op weg gaan. In dit geval is het dus dat christenen in hun beleving op weg gaan naar kerstmis.
Tijdens de adventsperiode bereiden christenen zich voor op het grote lichtfeest, kerstmis. Ze doen dit door hun gebeden aan te passen. Ze doen dat ook door de {tip Opdracht C::Op welke dag van de week worden de kaarsen aangestoken?}adventskrans{/tip} aan te steken. Dit is een krans met vier kaarsen Elke week, op zondag, wordt er een extra kaars aangestoken.

https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/4/4f/Hanukkijja_messing.gifChanoeka
Het tweede feest dat we hier bekijken komt uit de joodse traditie. Het heet {tip Opdracht D::Hoe wordt dit feest in het jodendom ook wel genoemd? (lees iets verder)}chanoeka{/tip}. De oorsprong van het feest heeft te maken met de bevrijding van het joodse volk uit onderdrukking. Toen de tempel werd bevrijd bleef de kandelaar acht dagen branden. Dit wonder wordt elk jaar verteld.
Veel belangrijker tegenwoordig is het ritueel dat bij dit feest hoort: het aansteken van de chanoeka-kandelaar. Vandaar dat dit feest binnen het jodendom ook wel het {tip Opdracht E::Welk ritueel hoort er bij dit feest?}lichtjesfeest{/tip} wordt genoemd.

Kandelaar
Dit feest wordt in het najaar gevierd en duurt acht dagen. Elke dag wordt er een kaars aangestoken op de chanoeka-kandelaar. Als je goed kijkt zie je dat de kandelaar negen plekjes heeft. Het middelste plekje is voor het {tip Opdracht F::Zoek via internet op hoe dit kaarsje heet in het jodendom}aansteek-kaarsje{/tip}. Dat telt dus niet mee. Bij dit feest horen kadootjes en spelletjes.

Waardegemeenschap
Uit de tekst hierboven blijkt al dat veel lichtfeesten gevierd worden in huiselijke kring. We vieren het met elkaar. We vieren het met onze waardegemeenschap. Familie is een voorbeeld van een kleine {tip Opdracht G::Wat is een waardegemeenschap?}waardengemeenschap{/tip}, dus een groep mensen waarmee je dezelfde waarden deelt. En met die waardegemeenschap (familie) vier je dezelfde feesten, in dit geval de lichtfeesten.

>1< Opdracht 1 (Rtti)

Deze opdracht gaat over tabblad U1

  1. In de tekst is sprake van een verandere verhouding van de mens tot de natuur. Welke?
  2. In welk jaargetijde wordt de oogst binnen gehaald?
  3. Waarom vinden de lichtjesfeesten in de herfst plaats?
  4. In de tekst wordt uitgelegd om welke redenen mensen kaarsen aansteken. Welke redenen worden aangegeven?
  5. Wat is de definitie van lichtfeesten?

 

>1< Opdracht 2 (Rtti)

Deze opdracht gaat over tabblad U2

De opdrachten zie je hier niet staan. Je moet ze zoeken in de tekst op tabblad U 2. Ga met je muis langs de tekst, dan verschijnen ze in beeld. Er zijn 6 opdrachten A t/m F. Neem de vraag over en het antwoord.

  1. .
  2. .
  3. .
  4. .
  5. .
  6. .
  7. .

>4< Opdracht 3 (rTti)

o3 title="start" class="red solid" }

Dit is een groepsopdracht voor een groep van 3 à 4 mensen.

Deze opdracht gaat over de verschillende lichtjesfeesten. Wat zeggen de verschillende feesten over hefst/najaar, licht?

  1. Spreek met elkaar af wie het gesprek leidt. Schrijf de naam van die persoon op.
  2. Elk lid van de groep kiest één van de volgende feesten chanoeka, divali, advent, yule. Schrijf op welke jij kiest
  3. Zoek op internet welke rol licht heeft bij dit feest. En welke rol herfst/najaar speelt bij dit feest.
  4. Vergelijk jullie antwoorden. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen?
  5. Bespreek met elkaar hoe deze groepsopdracht is gegaan. Hoe heeft iedereen gewerkt? Wat ging goed, wat kan beter?

o3 title="Mavo" class="blue solid" }

  1.  Schrijf jouw eigen antwoorden op

o3 title="Havo" class="orange solid" }

  1. Wat valt je op aan de overeenkomsten en verschillen?

o3 title="Vwo" class="green solid" }

  1. Verklaar de overeenkomsten en verschillen

{/tabs-o3}

>1< Opdracht 4 (rTti)

o4 title="start" class="red solid" }

Dit is een foto opdracht.

--> Klik hier om de foto groter te zien.

pfx 11 03 o4 20131023

o4 title="Mavo" class="blue solid" }

  1. Wat zie je allemaal op de foto? Leg het in minimaal 20 woorden uit
  2. In welk jaargetijde is deze foto gemaakt, denk je?
  3. Waarom denk je dat?

o4 title="Havo" class="orange solid" }

Doe eerst de mavo-opdrachten. Doe dan de opdrachten hieronder

  1. Wat heeft deze foto met dit level te maken?
  2. Welke titel zou jij dan aan deze foto geven?

o4 title="Vwo" class="green solid" }

Doe eerst de mavo- en havo-opdrachten. Doe dan de opdrachten hieronder.

F. Zoek op internet een vergelijkbare  foto aan de hand van de titel die je bij E gegeven hebt.

{/tabs-o4}

 

bilderberg 250-56

Krans

De moeder van Martijn is bezig met de adventskrans. Op het tafeltje staat een ijzeren ring waar vier grote kaarsen in passen. Moeder heeft hem geërfd van haar oma. Elk jaar, zo tegen begin december, haalt ze de de kaarsenstandaard van zolder. Bij het bloemenstalletje heeft ze een krans van dennentakken gehaald. Heel voorzichtig wordt die krans om de standaard vastgemaakt. Het is een lastig klusje. De krans moet er zo omheen gemaakt worden dat de kaarsen nog in hun standaarden passen. Na een uurtje is het geheel klaar.

"Mag ik de kaarsen er in zetten", vraagt Desiree. Moeder geeft haar de kaarsen. Met een beetje kaarsvet worden ze erin gezet. Desiree moet goed haar best doen want ze gaan om de haverklap schuin. "Je moet ze even vasthouden" zegt moeder. "Als het vet hard is blijven ze wel staan".

Desiree kijkt tevreden naar het kunstwerk. "Zullen we nu al een kaars aansteken?", vraagt ze. "Nee", zegt moeder, "dat doen we pas zondag. Dan is het de eerste zondag van de advent. Nog vier weken te gaan en dan is het kerstmis".

>1< Opdracht 5 (Rtti)

Deze opdracht gaat over tabblad B1

  1. Van wie heeft moeder de krans geërfd?
  2. Waar wordt de krans door het jaar heen bewaard?
  3. Waarom, denk je, worden er dennentakken gebruikt?
  4. Wie mag de kaarsen erin zetten?
  5. Hoe lang duurt de advent?

>1< Opdracht 6 (rTti)

o6 title="start" class="red solid" }

Bij deze opdracht ga je meer informatie zoeken over de lichtfeesten. Bij de mavo-opdracht gaat het dan om de advent. Bij de havo- en vwo- opdracht gaat het ook over chanoeka.

o6 title="Mavo" class="blue solid" }

De advent duurt vier weken. Elke zondag wordt er een kaars aangestoken. Die zondagen hebben speciale namen. Zoek de namen op en hun betekenis. Waarom heten die zondagen zo?

  1. Zondag 1 heet ....... Dit betekent .......... Hij heet zo want .......
  2. Zondag 2 heet ....... Dit betekent .......... Hij heet zo want .......
  3. Zondag 3 heet ....... Dit betekent .......... Hij heet zo want .......
  4. Zondag 4 heet ....... Dit betekent .......... Hij heet zo want .......

o6 title="Havo" class="orange solid" }

Doe eerst de mavo-opdracht. Doe dan de opdrachten hieronder.

Bij de uitleg was sprake van het feest chanoeka. Daar werd al gezegd dat dit feest te maken had met bevrijding uit onderdrukking. Bij deze opdracht ga je zoeken naar informatie over die geschiedenis. Maak gebruik van internet.

  1. In welke tijd speelde die bevrijding uit onderdrukking?
  2. Over welke onderdrukker gaat het dan?
  3. Wat gebeurde er onder Antiochius IV?
  4. Wie leidde de opstand bij de joden?
  5. Welk wonder vond er plaats?

{/tabs-o6}

 

 

>2< Opdracht 7 (rTti)

o7 title="start" class="red solid" }

antwoorden scoren (nummers 1,2,3,4). Nummers 1 lopen rond en scoren andere antwoorden dan zij zelf hebben. Dan nummers 2, dan 3, dan 4. Alternatief: mavo leerlingen scoren bij mavo leerlingen, havo bij havo enz.

o7 title="Mavo" class="blue solid" }

  1. Welke lichtfeesten ken je?
  2. Welke lichtfeesten vier je zelf?

o7 title="Havo" class="orange solid" }

Doe eerst de mavo opdrachten. Doe daarna de opdrachten hieronder.

  1. Welke andere lichtfeesten, denk je, worden door één van jouw klasgenoten gevierd?
  2. Waarom denk je dat?

 

{/tabs-o7}

 

 

bilderberg 250-56

Kaars

Het is nog schemerig buiten als Martijn de school binnen loopt. Hij stopt zijn jas in zijn kluisje en gaat de trap op naar boven. Tjonge, maandag het eerste uur levensbeschouwing. Hoe verzinnen ze het. Met een grote geeuw stapt hij het lokaal binnen.

Maar, dat is gek, de lichten in het lokaal zijn uit. "Dag Martijn". Meneer Hoefsloot is bij zijn bureau bezig om iets klaar te zetten. "Moeten de lichten niet aan?" vraagt Martijn. "Nee" zegt meneer Hoefsloot, "die laat ik juist expres even uit". Martijn kijkt nieuwsgierig waar meneer Hoefsloot mee bezig is. Het zijn kaarsen. Ondertussen druppelen de andere leerlingen één voor één binnen. Iedereen is rustig. Het is nog vroeg.

"Zo", zegt meneer Hoefsloot "We kunnen beginnen met de les. Divi, wil jij de kleinste kaars aansteken." Divi komt naar voren en steekt voorzichtig de kaars aan. In het schemerige lokaal ontstaat een lichtje wat de boel toch aardig verlicht. "Waar is dat voor?" vraagt Brian. "Wat denken jullie? " zegt meneer Hoefsloot. "Ik denk dat de stroom is uitgevallen" zegt Berdan. "Nee joh," zegt Brian "In de gang brandt toch nog licht" . Berdan denkt even na en zegt dan "Dat kan toch een andere groep zijn?" Brian kijkt hem glazig aan. Hij snapt het niet meer.

Meneer Hoefsloot helpt ze op weg. "Welk feest vieren christenen over vier weken?" Fatima steekt haar vinger op. "Kerstmis".  "Inderdaad" zegt meneer Hoefsloot. "En vandaag begint voor christenen de adventsperiode. Elke week steken ze een kaars meer aan. Dat doen wij ook in de klas. We laten de kaars branden maar doen ook het licht aan dan kunnen we verder met de les."

Iedereen knippert met zijn ogen als de lampen aan gaan. "Ah, jammer" zegt Brian "Ik lag bijna te pitten met dat kaarslicht."

 

>1< Opdracht 8 (Rtti)

Deze opdracht gaat over tabblad B2

  1. Op welk moment van de week heeft Martijn het vak levensbeschouwing?
  2. Wat valt Martijn direkt op aan het lokaal?
  3. Wat heeft meneer Hoefsloot op zijn bureau neer gezet?
  4. Wie mag het kaars aansteken?
  5. Wat denkt Berdan dat er is gebeurd?
  6. Wat vieren christenen deze dagen?

 

>1< Opdracht 9 (rTti)

o9 title="start" class="red solid" }

Deze opdracht gaat over chanoeka. Kijk eerst de volgende video (schooltv). Beantwoord daarna de vragen.

--> klik hier voor de video op schooltv.nl

o9 title="Mavo" class="blue solid" }

waar gaat deze video over. Vertel het in minimaal 20 woorden.

o9 title="Havo" class="orange solid" }

Op de video zag je dat er bij chanoeka kadootjes worden gegeven.

  1. Wat is, denk jij, een passend kado bij chanoeka voor een kind?
  2. Waarom?
  3. En wat is een passend kado voor volwassenen?
  4. Waarom? 

o9 title="Vwo" class="green solid" }

Op de video zag je dat er bij chanoeka spelletjes worden gespeeld.

  1. Wat is, denk jij, een passend spel om te spelen bij chanoeka? Als je geen bestaand spel kent, waar zou dan volgens jou een spel bij chanoeke aan moeten voldoen?
  2. Waarom?

{/tabs-o9}

 

>1< Opdracht 10 (rttI)

 

De levensbeschouwing van mijn familie

Ieder mens heeft een levensbeschouwing. Voor de één is dat een godsdienst, voor de ander een levenswijze. Levensbeschouwing is ook te omschrijven als: een kijk op het leven. Die heeft iedere mens.

In dit intermezzo ga je iemand van jouw familie interviewen over zijn of haar levensbeschouwing. Stel hen de vragen die hier achter staan. Schrijf lange antwoorden, dus niet één regel. Het totale interview is minimaal 400 woorden lang.

Interview iemand bij jou thuis en stel hem/haar de volgende vragen:

  1. Welke levensbeschouwing heb jij, heeft u?
    (let op: als je als antwoord krijgt: "ik heb geen levensbeschouwing", dan zeg jij natuurlijk: "levensbeschouwing = kijk op het leven. Die heeft ieder mens")
  2. Welke personen zijn daarbij voor jou/u heel belangrijk? Waarom is dat?
  3. Welke levensbeschouwelijke rituelen en symbolen zijn voor jou/u belangrijk? Waarom?
  4. Welke levensbeschouwelijke feesten zijn voor jou belangrijk? Waarom? Hoe vier je die?

 

{tabs title="Dt" class="red solid" }

Docent

opdracht 1

  1. Vroeger waren mensen meer afhankelijk van de seizoenen dan nu het geval is.
  2. Najaar
  3. Vanuit het verlangen naar licht, naar warmte. Want het is koud en donker buiten.
  4. Warm, licht, religieus
  5. Een lichtfeest is een feest dat in het najaar wordt gevierd en waarin het verlangen naar het nieuwe licht een belangrijke rol speelt.

opdracht 2

  1. De advent duurt vier weken
  2. Advent komt uit het latijn en betekent op weg gaan.
  3. De kaarsen worden op zondag aangestoken
  4. Chanoeka wordt ook wel het lichtjesfeest genoemd.
  5. Het ritueel dat hier bij hoort is het aansteken van de kaarsjes op de chanoeka kandelaar.
  6. Dit aansteek-kaarsje heet de sjamasj
  7. Een waardengemeenschap is een groep mensen met wie je dezelfde waarden deelt.

opdracht 5

  1. oma
  2. zolder
  3. dennenboom blijft groen. Er komt wel weer leven (licht) na het donker.
  4. Desiree
  5. vier weken.

opdracht 6

mavo

  1. zondag 1 heet levavi. Dit betekent "tot u heb ik mijn ziel opgeheven". Deze zondat heet zo omdat het eerste lied dat er gezongen wordt zo heet.
  2. zondag 2 heet populus sion. Dit betekent: "volk van sion". Het heet zo omdat het eerste gezang zo begint.
  3. zondag 3 heet gaudete. Dit betekent: verheugt u. Deze zondag heet zo omdat het eerste gezang zo begint.
  4. zondag 4 heet rotate. Dit betekent: "dauwt". Deze zondat heet zo omdat het eerste gezang zo begint.

havo

  1. 200 voor christus
  2. Egypte + Grieken
  3. tempel werd ingericht als eredienst aan Zeus (oppergod van de grieken)
  4. Juda (of Judas) de Maccabeër
  5. De olie, genoeg voor één dag, bleef acht dagen branden

opdracht 8

  1. maandag eerste uur
  2. het licht is uit in het lokaal
  3. kaarsen
  4. Divi
  5. Dat de stroom is uit gevallen
  6. Advent

 

Zijstromen

{zijstroom-koptekst}

zijstroom title="start" class="red solid" }

{text}

zijstroom title="verhaal" class="blue solid" }

zijstroom title="Bijzondere dag" class="orange solid" }

zijstroom title="gedicht" class="green solid" }

zijstroom title="wwpray" class="grey solid" }

zijstroom title="youtube" class="blue solid" }

{zijstroom title="game" class="red solid" }

zijstroom title="vraag" class="grey solid" }

{/tabs-zijstroom}

 

wwpray

Op de wereld zijn er heel veel gebeden. Van verschillende soorten mensen, van verschillende levensbeschouwingen.
Hieronder zie je er eentje van.

Als korrels van de maïskolf

Maya-indianen, Guatemala

Lees meer …

zo zo, fie fie

Filosofische oefeningen met de pen

Het hele leven zit vol met vragen.
Ze zijn lang niet altijd gemakkelijk om te beantwoorden. Maar wel leuk.
Wat dacht je van de volgende:

Bladgesprek

Lees meer …

in beeld

Muziek en levensbeschouwing horen bij elkaar. Daar zijn heel wat voorbeelden van. Die hebben we hier voor jou verzameld.
Wat vind je van degene die hieronder staat?

De weg

Stef Bos

Lees meer …

Dichtbij

Kruip in een gedicht
Laaf je aan de woorden

We hebben de volgende voor je klaar staan:

Voor de bij bijeengebracht

Een bijdehand gedicht

Lees meer …

kwartet

Opdrachten die je met groepjes van maximaal 4 leerlingen kunt doen.

Tafelvoetbal

Hoelang kunnen jullie de propjes op de tafel houden?

Lees meer …

klasbak

Klassikale opdrachten die je als energizer kunt inzetten.

puzzelmania

Lukt het jullie de puzzels tot een goed einde te brengen?

Lees meer …