Aan de rand van de Kalahari
God,
het was een hete zomer dit jaar
de velden zinderden van de droogte;
twee maal al zaaiden de mensen maïs,
omdat de zon de eerste verzengd had.
De regen is uitgebleven,
de schuren zijn leeg en honger teistert ons land.
Een moeder bracht haar kind in de kliniek;
met holle ogen staarde het me aan,
ondervoed, er was geen hoop.
God,
wat werd ik boos,
woedend, dat ik zijn dood niet voorkomen kon;
woedend, omdat we hier in ons land zo'n puinhoop van uw schepping maakten.
Woedend was ik ook, omdat elders, naar men zegt,
er pakhuizen vol vlees zijn en silo's tot de nog vol graan.
Laat uw kinderen niet verhongeren, God!
En zeker geen onschuldige, kleine kinderen!
Heb medelijden met hun ouders die al zo lang op regen wachten.
Breek de zelfzucht van hen die deze ramp op hun geweten hebben
en open de harten van hen die kunnen helpen.
Zimbabwe
Overgenomen uit: Jan Brock, Geef ons heden ons dagelijks brood; bidden met de armen. Uitgave NMR. p. 54
Opdracht keuze
Kies hieronder uit één van de opdrachten die je gaat maken. Je hebt hier een paar minuten voor.
- Bidden: Veel mensen op de wereld bidden wel eens. Sommigen doen dit dagelijks, anderen doen af en toe een schietgebedje. Hoe zit dat bij jou? Bid jij wel eens? Waarom wel, waarom niet? Leg uit in minimaal 50 woorden.
- Passen: Dit gebed wordt door heel veel mensen op de wereld gebeden. Is dit een gebed dat bij jou past? Waarom wel, waarom niet? Leg uit in minimaal 50 woorden.