Pontifex 43: Ethiek
Level 3: Deugd en socratisch gesprek
In deze les kijken we naar Aristoteles en de deugdethiek. We gaan oefenen met het socratisch gesprek.
Doelen
Beste leerling, aan het einde van dit level
- weet je wat we onder het begrip deugdethiek verstaan.
- weet je wie Aristoteles is en wat hij te maken heeft met deugdethiek.
- Weet je wie Socraties is
- Heb je geoefend met het socratisch gesprek.
Verschillende vormen van ethiek
Binnen de ethiek kun je drie grote vormen onderscheiden: de deugden ethiek, de deontologie en het utilisme. In de video hiernaast worden ze uitgelegd.
In dit level gaan we in op Aristoteles
Aristoteles
wat moeten we van hem weten in relatie tot ethiek?
Aristoteles was tot in de middeleeuwen dé grootste denker (bij ons in Europa). Als je het over 'de filosoof' had wist iedereen dat je Aristoteles bedoelde.
Leven
Hij is geboren in 384 voor Christus in Griekenland. Vanaf zijn 17e woont hij in Athene waar hij leerde en later werkte bij de Academie van Plato. Na de dood van Plato zwierf hij rond in Griekenland om steeds les te geven. Eén van zijn leerlingen was Alexander de Grote. In 322 voor Christus overleed hij.
--> klik hier voor een inleidend filmpje over Aristotels (video gemaakt door Jurchen Marechal)
Learning by doing
We kennen Aristoteles van een aantal werken dat van hem is bewaard. Dit zijn geschriften over o.a. natuurkunde, politiek en over ethiek. Aristoteles gebruikte niet alleen zijn verstand om de wereld te vatten (iets wat Plato wel deed) maar hij gebruikte ook zijn zintuigen. Hij ging op handen en voeten zitten om de dingen en dieren te observeren. Van hem kennen we de empirische wetenschap, ofwel door observatie (kijken) komen tot kennis van de dingen.
Alles heeft een doel
Doelgericht (telos). Alles op aarde is gericht op een doel. Dit doel ligt in het optimaal verwerkelijken van onze natuurlijke aard. Een mens is deugdzaam wanneer hij zijn menselijke aard optimaal realiseert. Alle doelen zijn hiërarchisch geordend, er is een hoogste doel. Het grootste streven van de mens is om gelukkig te worden. Dit is niet: het verwerven van bezit of rijkdom, maar: goed of deugdelijk handelen.
Deugden
Het juiste midden
Aristoteles zegt: Deugd is een houding die ons vanzelf in staat stelt te kiezen zoals een verstandig mens zou doen.
Het gaat om het vinden van het juiste midden. Een deugd is het midden tussen twee ondeugden. Denk maar aan moed. Dit is het midden tussen lafheid en roekeloosheid. Dat midden hangt af van de omstandigheden. Het vraagt om praktische wijsheid (phroneisis) om te weten wat op dat moment het midden is.
Een deugd is altijd iets tussen mensen. Je kunt bij anderen zien wat deugelijk is. Kijk maar eens naar de personen die we genoemd hebben bij pontifex 21 level 1.
Wat zijn deugden en ondeugden. De deugd in het midden
De vier kerndeugden:
- Moed is het midden tussen lafheid en overmoed
- Matigheid is het midden tussen gulzigheid en gierigheid
- rechtvaardigheid is het midden tussen altruisme en egoïsme
- wijsheid is het midden tussen besluiteloosheid en impulsiviteit
Opdrachten
De eerste vragen en opdrachten voor in je verslag.
1. Deugden
- Geef een voorbeeld vanuit jouw eigen leven waarin jij moedig, matig, rechtvaardig en wijs bent geweest. Je geeft dus 4 voorbeelden, met daarin steeds 1 deugd.
- Geef ook steeds aan wat dan de ondeugd is.
- Beschrijf elke deugd/ondeugd ongeveer 50 woorden.
Voorbeeld van moed: In de winkelstraat staat een groepje jongeren. Ze zijn duidelijk uit op relschoppen. Ik loop de straat in. Wat zal ik doen. Ik besluit om gewoon langs hen heen te lopen. Ze proberen duidelijk contact te maken maar ik kijk strak voor mij uit en reageer niet op hun negatieve opmerkingen. Dat is moedig (deugd) van mijzelf. Laf (ondeugd) zou zijn geweest als ik niet de straat was ingelopen. Overmoedig (ondeugd) zou zijn geweest als ik op hun opmerkingen had gereageerd.
2. Doel
Aristoteles zegt: Alles op aarde heeft een doel. Sommige doelen staan in het teken van andere doelen. Denk maar aan onderwijs: het doel "je diploma halen" is een onderdeel van het grotere doel "een geschikte baan vinden" (is dat zo???). En "een geschikte baan vinden" is onderdeel van het grotere doel .....
- Welk doel heeft jouw leven? Benoem een subdoel en een (meer) hoofddoel.
- Beschrijf waarom dit doelen voor jou zijn.
3. Casus
In het vorige level hebben we gewerkt met een casus.
--> klik hier voor de casus (linker deel van de pagina).
Beantwoord de vraag (onderaan die pagina) vanuit de deugdenethiek.
(Kun je hem niet beantwoorden geef dan aan hoe je de vraag vanuit de deugdenethiek zou benaderen. Gebruik dan heel level 2 als achtergrond voor jouw antwoord)
4. oefenen met vragen stellen
Bij een gesprek zijn we vooral geneigd om antwoorden te geven, meningen. We gaan het straks hebben over het socratisch gesprek. Daarbij gaat het eerder om goede vragen stellen. In deze oefening beperk je je tot het stellen van vragen.
- Maak drietallen.
- Bespreek het onderstaande onderwerp.
- Doe dit door alleen vragen te stellen aan elkaar. Dus reageer alleen met een vervolgvraag (verdiepingsvraag, uitlegvraag,....)
- Max 5 minuten.
Onderwerp: Is het goed voor onze school om diversiteit bespreekbaar te maken?
Socratisch gesprek
Socrates
De naam van deze gesprekstechniek is verbonden met de grote filosoof Socrates.
--> Klik hier voor een filmpje over hem.
Sat is een socratisch gesprek?
De website hetsocratischgesprek.nl schrijft er het volgende over:
Een socratisch gesprek is een gemeenschappelijk denkgesprek waarin we onderzoeken wat we denken en waarom. Deelnemers leren goed te luisteren en eerst te vragen naar feiten in plaats van beweringen.
Het socratisch gesprek is erop gericht de praktijk van samen werken en leven te verbeteren. Het is geen discussie waarin wij onze mening verdedigen, maar een gezamenlijk onderzoek waarin we met elkaar op zoek zijn naar ‘wat het geval is’ en onze woorden en ideeën scherpen aan die van anderen. Daardoor scheppen we tevens de mogelijkheid om een gemeenschappelijke visie te creëren.
Cruciaal daarin is de vaardigheid om eigen ideeën en oordelen uit te stellen en je open te stellen voor de denkkaders en de betekenissen van anderen. Hoe paradoxaal het ook klinkt: je zult goed moeten kunnen luisteren om zelf goed te kunnen spreken.
Doel?
Door het stellen van vragen (eigenlijk altijd maar: "waarom?") kom je steeds dieper uit bij de kern waar het om draait. Uiteindelijk kom je uit bij fundamentele waarden die het gedrag bepalen.
Hoe?
Stappenplan socratische dialoog
- De casusinbrenger vertelt kort wat hij ervaren heeft.
• Wat er feitelijk gebeurd is (feiten)
• Wat hij zelf gedaan heeft (handeling)
• Wat de situatie persoonlijk voor hem betekende (gevoel, beleving)
• Welke vraag hier onderzocht moet worden (vraag) - De anderen stellen om de beurt verhelderingsvragen.
- De anderen verplaatsen zich in de schoenen van de voorbeeldgever aan de hand van de volgende vragen:
• Wat zou de situatie voor jou betekenen (gevoel, beleving)?
• Wat zou je doen als je je in die situatie bevond (handeling)?
• Hoe zou je de gestelde vraag onder 1 beantwoorden (oordeel)?
• Op grond van welke onderliggende redenen (visie)? - Aan het einde neemt iedereen voor zichzelf een paar minuten de tijd om voor zichzelf te formuleren wat de essentie is, de principes en waarden waar het hier om gaat.
• Wat gaat je aan het hart? Wat moeten we hier ter harte nemen (essentie)?
• Welke moed is nodig om daar recht aan te doen? Wat moet je hiervoor op geven (maat) Wat heb je onder ogen te zien (bezonnenheid)?
• Wat is dus nodig in de organisatie (rechtvaardigheid)?
Opdracht 5: een socratisch gesprek.
Voer met elkaar een scoratisch gesprek aan de hand van het stappenplan.
- Maak groepen van maximaal 4 personen.
- Eén van de groepsleden leden vertelt waar hij/zij tegen aan gelopen is tijdens de lockdown van school.
(Je bent altijd wel ergens tegenaan gelopen) - Voer het gesprek aan de hand van het stappenplan (zie vorige tabblad)
- Maak aantekeningen tijdens dit gesprek.
Opdracht 6: Evaluatie
Jullie hebben een socratisch gesprek gehouden.
- Wat was de casus?
- Hoe ging het gesprek?(minimaal 25 woorden)
- Uiteindelijk kom je in zo'n gesprek bij waarden of deugden. Welke zijn aan de orde geweest?
- Wat vind je van een socratisch gesprek, wat zijn volgens jou de voordelen en nadelen? (minimaal 25 woorden)
Verslag
Net als bij de vorige les verzamel je al je antwoorden (O 1 t/m 6) in een verslag. Meestal is dit een word-document.
Dit verslag moet je bij level 5 inleveren.
--> klik hier voor een A-4 met de opzet socratisch gesprek
www.profcoaches.nl
- Spelregels voor een goede dialoog
De socratische dialoog heeft een vaste structuur. Dit geeft nog geen garantie voor
een goede dialoog. Van groot belang is de gesprekshouding van alle deelnemers.
1. Neem de tijd. Een goede dialoog is een vorm van langzaam denken, gericht
op diepgang. Opschrijven helpt vertragen.
2. Luister. Stel vragen. Verplaats je in de ander. Bekijk de wereld vanuit diens
ogen.
3. Er hoeft geen beslissing te komen. Begrip kweken en zicht krijgen op elkaars
denkbeelden is voldoende resultaat.
4. Denk niet tegen de anderen in (ja, maar). Denk met de anderen, denk
samen, denk als 1 hoofd (ja, en…)
5. Fixeer je niet op oplossingen. Onderzoek de onderliggende redenen of visies
van een probleem of een oplossing.
6. Maak ruimte voor nieuw denken, ga voorbij je oude denken.
( vrij naar: Vrije Ruimte, P. Mostert, E. Boers en J. Kessels)