>1< Opdracht 1 (Rtti)

Deze opdracht gaat over tabblad U1

• Uit welke twee woorden bestaat het begrip waardegemeenschap?
• Wat betekenen beide woorden?
• Geef de definitie van waardegemeenschap.
• Geef een voorbeeld van een waardegemeenschap.
• Geef een voorbeeld van hoe je een waardegemeenschap wordt.
• Vergelijk jouw laatste antwoord met je buurman/vrouw. Schrijf de overeenkomst/verschillen op.

>1< Opdracht 2 (Rtti)

Deze opdracht gaat over tabblad U2

• Wat staat er centraal in het humanisme?
• Noem één van de belangrijkste eerste denkers van het humanisme.
• Zoek via internet op wanneer hij leefde en in welke stad.

>4< Opdracht 3 (rTti)

Hoekdiscussie
Bij een groepsopdracht heb je altijd iemand nodig die het gesprek leidt. Anders wordt het een chaos en gaat iedereen door elkaar praten. Leg een vel A4-papier in het midden van jullie tafels. Zet er lijnen op zodat het er uitziet zoals je hiernaast ziet. Elke persoon krijgt één hoek. Het midden blijft leeg.

• Spreek met elkaar af wie het gesprek leidt. Schrijf de naam van die persoon op.
• Elke persoon schrijft in een hoek dingen die met waardegemeenschap te maken hebben (zie tabblad U1)
• Bespreek met elkaar wat er vanuit iedere hoek in het midden moet worden gezet.
• Kies daar met elkaar de allerbeste van. Deze komt op het bord.
• Bespreek met elkaar hoe deze groepsopdracht is gegaan. Hoe heeft iedereen gewerkt? Wat ging goed, wat kan beter?

Mavo-leerlingen

Welke vind jij zelf de beste? Waarom?

Havo-leerlingen

Waardegemeenschappen heb je heel klein, of heel groot, of er tussenin. Wat zegt jullie hoekdiscussie over deze drie vormen?

>1< Opdracht 4 (rTti)

Dit is een foto opdracht. Je ziet een gebouw dat met een waardegemeenschap heeft te maken.

--> klik hier om de foto groter te zien

Mavo-opdrachten

1. Beschrijf zo uitgebreid mogelijk wat je op de foto ziet.
2. Waarom heeft deze foto met een waardegemeenschap te maken?

Havo-opdrachten

1. Waarom heeft deze foto met een waardegemeenschap te maken?
2. Bij welke waardegemeenschap hoort dit gebouw, denk je?
3. Waarom denk je dat?

>1< Opdracht 5 (Rtti)

Orientalis

Martijn gaat weer naast Fatima zitten. Fatima lacht naar hem. Zou ze hem leuk vinden? Hij vindt haar wel leuk, maar dat ze fan is van die Justin Bieber, dat vindt hij maar niks.

Meneer Hoefsloot begint met de les. Hij heeft een nieuwtje. "Volgende week gaan we op excursie naar Nijmegen naar museum Orientalis." De hele klas is verbaasd en begint met elkaar te kletsen. Excursie, Nijmegen, museum????  Meneer Hoefsloot maant hen tot rust. Brian steekt zijn vinger op en vraagt: "Wat is dat?" 
"Orientalis is een museum over allerei religies. Het is een heel groot park met plekken waar je kunt zien hoe die waardegemeenschappen leefden. Jullie krijgen opdrachten maar je kunt er vrij rondlopen." 

Ook Fatima steekt haar vinger op. "Hoe gaan we daar heen?"
"We gaan met alle eerste klassen met de bus."

Martijn denkt na. Naar een museum. Nou, dat lijkt hem eigenlijk maar niks. Schilderijen en zo, saai, stil zijn. Nee, dan toch liever een pretpark. "Het lijkt me best leuk", zegt Fatima. "Een park met huisjes. Wat vind jij?" Martijn bloost. Wat moet hij nou zeggen?

1. Wat is Orientalis?
2. Hoe gaat de klas daar heen?
3. Waarom bloost Martijn?
4. Wat denk je dat hij gaat zeggen? Waarom?
5. Overleg jouw antwoorden met je buurman/vrouw. Schrijf de verschillen op.

>1< Opdracht 6 (rTti)

Op tabblad U 1 wordt een voorbeeld gegeven van een kleine waardegemeenschap en een grote. Bij deze opdracht kijk je naar jouw eigen waardegemeenschappen.

Mavo-opdrachten

1. Geef een voorbeeld van een kleine waardegemeenschap waar jij zelf deel van uit maakt.
2. Noem één belangrijke waarde die je bij deze gemeenschap hebt geleerd.
3. Geef een voorbeeld van een wat grotere waardegemeenschap waar jij zelf deel van uit maakt.
4. Noem één belangrijke waarde die je bij deze gemeenschap hebt geleerd.

Havo-opdrachten

1. Geef een voorbeeld van een kleine waardegemeenschap waar jij zelf deel van uit maakt.
2. Noem één belangrijke waarde die je bij deze gemeenschap hebt geleerd.
3. Geef een voorbeeld van een wat grotere waardegemeenschap waar jij zelf deel van uit maakt.
4. Noem één belangrijke waarde die je bij deze gemeenschap hebt geleerd.
5. Geef een voorbeeld van een waarde die de anderen bij deze gemeenschap van jou hebben geleerd.

Vwo-opdrachten

1. Geef een voorbeeld van een kleine waardegemeenschap waar jij zelf deel van uit maakt.
2. Noem één belangrijke waarde die je bij deze gemeenschap hebt geleerd.
3. Geef een voorbeeld van een wat grotere waardegemeenschap waar jij zelf deel van uit maakt.
4. Noem één belangrijke waarde die je bij deze gemeenschap hebt geleerd.
5. Maak duidelijk dat er bij een waardegemeenschap een wisselwerking moet zijn tussen jou en de anderen op het gebied van waardenoverdracht.

>2< Opdracht 7 (rTti)

Bij een waardegemeenschap gaat het om het samen delen van waarden.

Welke waarde is voor jou heel belangrijk? Of anders geformuleerd, wat is voor jou heel belangrijk op dit moment in jouw leven?

Schrijf dit op het blaadje dat je van je leerkracht hebt gekregen (of pak zelf een blaadje)

Wat heb jij - wat heb ik?

• Elke leerling in de klas heeft een nummer gekregen (1 t/m 4)
• De linkerhelft van de klas gaat bij de rechterhelft van de klas antwoorden scoren (nummers 1 zoeken nummers 1)
• De rechterhelft van de klas gaat bij de linkerhelft van de klas antwoorden scoren (nummers 1 zoeken nummers 2, 2 zoekt 3, 3 zoekt 4, 4 zoekt 1)

Mavo-opdrachten

1. Schrijf alle antwoorden op die je gevonden hebt.

Havo-opdrachten

1. Schrijf alle antwoorden op die je gevonden hebt.
2. Verdeel ze in grote waardegemeenschappen, kleine, middelmatige.

Vwo-opdrachten

1. Schrijf alle antwoorden op die je gevonden hebt.
2. Verdeel ze in grote waardegemeenschappen, kleine, middelmatige.
3. Wat valt je op?

>1< Opdracht 8 (Rtti)

Bus

Er staan drie grote bussen voor de school. Alle leerlingen van klas 1 stappen in. Martijn en zijn klas moeten in de laatste bus. De chauffeur loopt wat rond de bus en kijkt naar de uitlaat. Het lijkt of hij het niet vertrouwd. Martijn en Brian gaan lekker achterin zitten.

Als ze eenmaal op de snelweg zitten richting Nijmegen stopt de chauffeur bij het eerste de beste tankstation. "Beste leerlingen", zegt hij door de intercom "Ik ga even aan de kant want er is iets met de motor. We wachten even op de wegenwacht". Niet veel later stopt er een gele auto. De motorklep gaat open.

Meneer Hoefsloot kijkt op zijn horloge. Als ze maar niet te veel vertraging hebben. Brian loopt naar hem toe. "Mag ik even naar buiten, ik vind het altijd leuk om te kijken." Meneer Hoefsloot vindt het goed. Martijn loopt met Brian mee.

"Zo", zegt de man van de wegenwacht. "Waar gaan jullie naar toe deze reis?" "Naar Orientalis" zegt Martijn. "Dat is een museum over allerlei geloven".  De reparateur van de bus begint te lachen. "Een museum.... Wat ouderwets zeg.... En dan over geloven. Daar heb je toch niks aan. Kun je niet naar wat moderners... Een pretpark of een zwembad of zo?" 
Martijn weet niet wat hij moet zeggen. Hij heeft toch wel zin in dit museum. Maar om de reparateur nou af te vallen.....

"Tja..."zegt hij. "Eh.."

Vragen

• Hoeveel bussen zijn er ?
• In welke bus zitten Martijn en Brian
• Wie komt de bus helpen?
• Wat vindt de reparateur van het museum?
• Wat zou jij de reparateur antwoorden als jij Martijn was?

>1< Opdracht 9 (rTti)

In de uitleg heb je kunnen lezen dat elke waardegemeenschap belangrijke spullen heeft. Ook jij maakt deel uit van kleine waardegemeenschappen, denk maar aan de plek waar je woont, en je familie waar je bij hoort. Niet alleen tastbare dingen zijn belangrijk in een waardegemeenschap. Minstens net zo belangrijk zijn de ontastbare dingen die je samen hebt. Doordat je ze met elkaar deelt wordt je tot één gemeenschap.

Mavo-opdrachten

1. Ook bij jou thuis zijn belangrijke foto's. Beschrijf één foto die bij jullie thuis staat. Wat zie je op de foto?
2. Waarom is die foto belangrijk voor jullie?
3. Ook bij jullie thuis zijn belangrijke feesten, die je samen viert. Beschrijf één zo'n feest.

Havo-opdrachten

1. Bij jou thuis zijn belangrijke dingen:  boeken, souveniers, schilderijen. Beschrijf één belangrijk ding. Hoe ziet het er uit?
2. Waarom is dat ding belangrijk voor jullie?
3. Ook bij jou thuis zijn belangrijke feesten, die je samen viert. Beschrijf één zo'n feest.
4. Waarom is dat feest belangrijk voor jullie?

Vwo-opdrachten

1. Ook bij jou thuis zijn belangrijke regels, waar ieder zich aan moet houden. Beschrijf één zo'n regel.
2. Waarom is die regel (of afspraak) belangrijk voor jullie?
3. Ook bij jou thuis zijn belangrijke feesten, die je samen viert. Beschrijf één zo'n feest.
4. Waarom is dat feest belangrijk voor jullie?

>1< Opdracht 11 (rttI)

Eén van de levensbeschouwingen die centraal stond in dit level is het humanisme

Mavo-opdrachten

1. Wat is voor de humanisten het meest belangrijke?
2. Wa vind jij hier van?

Havo-opdrachten

Humanisten zeggen: "wij geloven in een leven vóór de dood"

1. Waar zetten zij zich tegen af?
2. Wat vind jij hier van?